Erkenning en waardering krijgen voor het werk dat je doet is natuurlijk altijd leuk, maar dat is niet waar onze Forsa! maatjes het voor doen. De resultaten die zij behalen met hun jongeren is al erg belonend. Mocht een van de jongeren dan toch zijn/haar dankbaarheid tonen dan maakt dat het werk nog net iets specialer.

Ismail, een van onze maatjes, is dit enige tijd geleden overkomen. Hij begeleidt al langere tijd een Forsa! jongere, maar door de corona-maatregelen en vakantieperiode was het contact wat verwaterd en hadden ze elkaar al een tijdje niet gesproken. Totdat Ismail het Whatsapp bericht hieronder ontving. Hieronder lees je het verhaal van deze Forsa! jongere verteld door Ismail.

“Het gaat om een jongen van 21 jaar oud. Toen ik hem bezocht zat hij in detentie in PI Krimpen aan den IJssel. Op de dagen dat ik hem bezocht gingen onze gesprekken vooral om zijn leefgebieden. Dan kan je denken aan bijvoorbeeld het aanvragen van een bankpas. Dit ging niet zo makkelijk, omdat hij op de zwarte lijst stond. Of aanvragen van een zorgverzekering, het zoeken naar een baan en het aanvragen van een uitkering.

Ik had heel veel contact met zijn moeder, dat vond hij fijn. Ik appte en belde regelmatig met zijn moeder. Tijdens zijn tijd in de PI probeerde ik hem te stimuleren om terug te gaan naar zijn moeders huis zodat hij vanaf daar rustig kon opstarten. In plaats van zijn ”geluk” op straat te zoeken want zo een jongen was het wel.

Ook belangrijk om te weten is, dat deze jongen in Assen woont. Dat is best ver van Den Haag. Om de afstand te overbruggen heb ik een contactpersoon bij de gemeente Assen gevonden. Deze persoon heeft alle leefgebieden opgepakt en afgehandeld met de jongere en hiervan kreeg ik maandelijks een update. In de tussentijd had ik nog regelmatig contact met zijn moeder, nu nog steeds eigenlijk.

Het gaat nu heel goed met hem. Alle leefgebieden die geregeld moesten worden zijn behandeld en hij ontvangt een uitkering. Hij is serieus op zoek naar werk. Er zijn ook tijden geweest waar het minder goed met hem ging. Omgaan met verkeerde vrienden, het ontvangen van bedreigingen en noem maar op. Zijn moeder werd hier ook de dupe van. Mijn rol hierin was het contact behouden met de moeder en haar gerust te stellen. Ze vertelde mij alles in detail over wat er gebeurd is, maar zoals zei ook aangeeft, die tijden zijn geweest en ze is gelukkig met hoe het nu gaat. De jongere appte mij pas nog en zei dat hij graag bij ons langs wil komen in het ORC.”