Verrassend inzicht van een onaangekondigd PI bezoek

Vandaag staat er een bezoek gepland aan een jongere in een Penitentiaire Inrichting (PI), oftewel gevangenis, in Zuid-Holland. De jongere, Mohammed, heeft onze flyer gezien in het Re-integratie Centrum (RIC) en wil graag geholpen worden bij een aantal hulpvragen. Normaliter zoek ik als Jongerencoach jongeren in detentie op die uit zichzelf (nog) geen behoefte hebben aan begeleiding. Dat komt vaak omdat veel jongeren hulpverlening moe zijn en geen vertrouwen meer hebben in de vele hulpverleners die zij in hun leven ontmoeten. Dat Mohammed ons uit zichzelf heeft benaderd, laat zien dat hij bereid is om aan zichzelf te werken.

Vooraf zocht ik contact met zijn casemanager om de bloktijden op te vragen. Dit is namelijk nodig om te weten voordat je afreist naar de PI. Gedetineerden volgen een dagprogramma en een dagdeel daarvan verrichten zij arbeid binnen de muren. Het is dan NIET mogelijk om de jongens te spreken, behalve als zijn advocaat of de politie op bezoek komt.  Ik wil voorkomen dat we bij de portier aankomen en te horen krijgen dat de jongere geblokt is.  Na twee weken had ik nog geen reactie van zijn casemanager ontvangen en besluit ik samen met mijn collega-maatje toch de jongere te bezoeken.

Aangekomen bij de portier, staat een jongedame van een bekend beveiligingsbedrijf dat tegenwoordig actief is binnen de PI’s, ons te woord. Wij geven aan dat wij voor ambtelijk bezoek komen en Mohammed willen spreken. Mevrouw haalt de bezoekersregistratie erbij van het regulier bezoek. Hier staan zowel wij als de jongeman niet op aangemeld. Logisch, want dat is regulier bezoek en dit willen wij graag vrij houden voor familie en vrienden van de jongeren. Nogmaals geven wij aan dat wij voor ambtelijk bezoek komen en dat wij dit niet hoeven aan te melden. Mevrouw kijkt nogmaals op de lijst en herhaalt haar eerdere antwoord.  Wij maken vaker mee dat mensen niet goed luisteren en  vanuit hun referentiekader gaan handelen. Zij denkt waarschijnlijk dat wij op regulier bezoek komen om een van onze vrienden te bezoeken. Ik moet vaak drie keer uitleggen wie ik ben, wat voor werk ik doe en waarom wij de jongeren bezoeken. De gedachte komt in me op dat mijn profiel niet match met dat van een hulpverlener.

Uiteindelijk geef ik aan dat ik hier vaker ben geweest en voor AMBTELIJK bezoek kom. Dan antwoordt zij: “O, jullie zijn advocaten!?” Waarop ik aangeef dat wij geen advocaten zijn, maar hulpverleners/begeleiders. Ik vertel haar dat ik nooit eerder een afspraak heb hoeven maken, dus vraag haar of dit misschien een nieuwe regel is. Dit was niet het geval. Pas toen wij onze werkpasjes lieten zien, keek ze naar haar collega en riep ze: “Ze zijn van Maatschappelijk Herstel en Rehabiliteit.” Ik corrigeerde haar en gaf netjes aan dat het Rehabilitatie moet zijn.

Op dit moment voel ik dat ik word geconfronteerd met hoe ik eruit zie en dat dit bij haar een belletje doet rinkelen.  Waarschijnlijk ziet zij twee vrienden/familieleden van een gedetineerde en denkt als ze niet op de bezoekerslijst staan dan komen ze simpelweg niet binnen. Uiteraard doet dit wat met mij. Het is soms frustrerend om uit te leggen dat ik hier voor mijn werk ben en dat mijn werk bestaat uit begeleiding van gedetineerden. Deze gedetineerden begeleid ik op vrijwillige basis en ik gun ze een tweede, derde en zelfs vierde kans in de maatschappij.

Als ik later dit voorval bespreek met mijn collega’s komen we tot de conclusie dat dit ook niet per se de fout van deze vrouw is. Het is nu eenmaal een feit dat een overgroot deel van de gedetineerden van niet-westerse afkomst is en dat wij op deze doelgroep lijken. Wel is er werk aan de winkel voor PI’s om hun personeel zo neutraal mogelijk op te leiden. Uiteindelijk hebben wij allemaal een vooroordeel, maar het is een kunst om deze te erkennen en er niet naar te handelen. Houd dit in je achterhoofd, lieve collega’s, als je hier mee te maken hebt.

Tot volgende week!